Sterk door samenwerk

Sterk door samenwerk

Je vergissen, iets vergeten, iets niet zien, het even snel willen doen: het is allemaal menselijk. Als je op een prettige manier op je onoplettendheid wordt aangesproken, dan ben je blij met je collega of een voorbijganger. Toch is het voor veel mensen lastig de stap te zetten om op een positieve manier iemand aan te spreken op onveilig gedrag. En ook hierbij geldt: oefening baart kunst.

Aanspreken is niet met je vinger wijzen. Aanspreken is met aandacht voor ieders veiligheid met elkaar in gesprek gaan, delen wat je ziet en bespreken hoe het werk wellicht veiliger kan worden uitgevoerd. Van collega tot collega, van mens tot mens. 


De Cirkel
Met aanspreken zet je elkaar in beweging om veiliger te werken. Hoe vaker je elkaar aanspreekt, hoe veiliger het wordt en hoe beter en prettiger je werkt. Zo blijft de cirkel ‘veiligheid is samenwerken’ ronddraaien.

De cirkel bestaat uit de volgende vier fases die je doorloopt tijdens een prettige samenwerking:
OBSERVEREN: Je ziet gevaar. Je ziet dat een situatie misgaat, die een ongeval kan veroorzaken. Het is daarom beter dat je dat je hier nu je aandacht op vestigt.

  • Safety First is een belangrijke basisregel. Dus hoe druk je het ook hebt en hoeveel moed het ook van je vraagt, neem de tijd voor een gesprek en directe actie. 

AANSPREKEN: Je maakt vriendelijk en serieus contact. Je geeft bij de ander(en) aan wat je ziet en geeft aan dat je dit gevaarlijk vindt. Dit licht je toe. 

  • Vertrouw op je gezonde verstand, al weet je niet alles van het betreffende werk. Veiligheid draait om concrete gevaren, zoals het beklemd raken van iets of iemand.
  • Geef de ander kort de tijd zijn werk veilig te stoppen, behalve als er direct groot gevaar dreigt. Negen op de tien keer staat de ander hiervoor open en ontstaat een prettig en nuttig gesprek.
  • Zelden reageert de ander agressief. Is er geen goed gesprek mogelijk of voel jij je bedreigt? Stop dan direct het gesprek en zoek contact met de leidinggevende.

BESPREKEN: Je krijgt een reactie van de ander. Je vraagt door totdat de ander zelf het gevaar onderkent en bereid is het werk veiliger uit te voeren. Hierna bespreek je welke maatregelen mogelijk zijn voor een veilige hervatting van het werk.

  • Om de ander bewust te maken van het gevaar en de noodzaak het werk veiliger uit te voeren, werkt vragen stellen en doorvragen het beste in plaats van zeggen wat de ander moet doen. Zo vergroot je de kans dat de ander het werk ook veilig uitvoert als je niet meer in de buurt bent.

AFSPREKEN: Je krijgt een antwoord van de ander waaruit direct actie wordt genomen en bedankt hem/haar voor de tijd en inzet.

  • Meerdere afspraken om per direct veiliger te werken zijn tijdelijk van aard zolang technische of organisatorische maatregelen nog niet genomen zijn. Waardeer de extra moeite en discipline die naleving van de afspraak vraagt om het werk veilig te kunnen uitvoeren.
  • Ideeën zijn welkom om de veiligheid te verhogen met betrekking tot technische of organisatorische maatregelen. Zorg voor een follow-up door er een melding van te maken en/of het idee door te geven aan wie beslist over de voorgestelde maatregel. Vraag ook om een terugkoppeling, zodat je zeker weet dat er iets mee gedaan wordt.